Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Toen hoorde het ganse Israel zeggen: [10]Saul heeft de bezetting der Filistijnen geslagen, [11]en ook is Israel stinkende geworden bij de Filistijnen. Toen werd het volk samengeroepen achter Saul, naar Gil-gal. 10. Niet Saul, maar Jonathan door Sauls bevel, of, zij meenden dat het Saul gedaan had. 11. Zie Gen.34:30.